De BijnaDoodErvaring
Op 1 februari werd mijn mitralisklep geopereerd (De operatie zelf verliep volgens het boekje, daar zullen we het dus niet over hebben. Ook om een pragmatische reden niet: schrijfster, ik dus, heb van de hele operatie en de eerste uren erna gelukkig echt niet of nauwelijks iets meegekregen. Dus alles wat ik er over zou vertellen, zou ik dan uit mijn duim zuigen. En als er iets is wat ik me heb voorgenomen, dan is het dat ik in mijn blog absoluut niets zelf zou verzinnen. Niets van wat ik schrijf berust op fictie, alle gebeurtenissen zijn waar gebeurd en alle namen van personen, plaatsen, instellingen en voorwerpen berusten op waarheid. Het maakt het schrijven wel zo makkelijk, als je zelf niets hoeft te verzinnen.)en drie nachten later hield mijn hart ermee op. Dat ging als volgt: het klopte na de operatie al uiterst langzaam en onregelmatig. Het klopte trouwens voor de operatie, wat zeg ik in de vier jaar voor de operatie ook al uiterst onregelmatig. Nog sterker, het klopte vanaf mijn pubertijd al idioot. Dat puberhart, dat was niks aan de hand joh, 'gewoon' extrasystole, kan je honderd mee worden. Dat overgangshart van 4 jaar terug dat was gewoon niets aan de hand joh, heette volgens mijn inmiddels beroemde huisarts in eerste instantie dat alle vrouwen in de overgang onregelmatige hartslagen hebben en mocht in tweede instantie volgens mijn inmiddels hopelijk wereldberoemde cardioloog, waar ik toen voor het eerst terecht kwam, omdat ik toch graag wilde dat deze overgangsklachten snel overgingen (maar ja, je wordt niet altijd op je wenken bediend), mocht dus volgens de cardioloog geen naam hebben, kon ik honderd mee worden. Inmiddels begin ik te vermoeden dat die verleden tijd klopt.
Dat nog te opereren hart dus klopte in de maanden en vooral de laatste weken voor de operatie belachelijk onregelmatig en vooral in mijn keel. Dat geopereerde hart had er na drie dagen gewoon helemaal geen zin meer in. Ik ging 's nachts naar het toilet, maar mijn hart ging niet mee, zal ik maar zeggen. Het voelde vreemd, ik werd een beetje niet lekker, moest even op een stoeltje gaan zitten, liep terug naar bed en voelde mijn pols...niks...niks?...NIKS! Het zal toch niet...het is er verdomme toch niet mee gestopt? Ik moet nou toch wel even op een belletje drukken!
Vóór dat ik daar de kans toe kreeg kwam er al een minilegertje verpleegsters aangesneld "mevrouw Heijnen, bent u nog bij ons?" Inderdaad, mijn hart was er heel eventjes mee gestopt. Het had daar blijkbaar onmiddellijk spijt van, want in de komende dagen ging het extra super snel slaan. Brady-tachy syndroom, AF = atriumfibrilleren, komt ontzettend vaak voor, juist bij Mitraliskleppen.
Nou een uur of vier op bed liggen, iets anders kan je dan ook bijna niet, met een hartslag van tussen de 140 en 180, is beslist onaangenaam, to say the least. Je hebt het gevoel alsof je een tenniswedstrijd speelt, maar dan zonder die tenniswedstrijd. Het zweet druipt van je af, je kunt nauwelijks praten. Je ligt, althans ík lig - maar dat is ook wel een beetje te wijten aan mijn postuur - als een soort drilpudding op bed.
De schatten van verpleegsters maakten het mij zo aangenaam mogelijk met extra kussens en natte washandjes lag ik als een zeer nerveuze prinses in bed. De cardioloog had als remedie de elektrisch cardioversie bedacht. Ik wist van niks, moest nuchter blijven vanaf nu en zou aan het eind van de middag een elektroshock
krijgen onder narcose en dan zouden ze drie keer proberen of mijn hart weer in de pas wilde gaan lopen.
Nu moet ik iets tussendoor vertellen. Dit speelde zich af op de zaterdag, vijf dagen na de operatie. In die vijf dagen had ik nog geen ontlasting gehad en dat begon de verpleging onaangenaam te vinden. Men drong er bij mij op aan om een pilletje te nemen om de boel op gang te brengen. Ik had nog zoiets van wacht maar als ik weer gewoon 's morgens een kopje koffie neem, dan komt het wel, moet dat nou echt zo'n pilletje en hoe lang duurt dat dan sputter sputter, want ik ben (zeg inmiddels maar was) niet zo van de pilletjes. Maar ik ben echt helemaal niet zo eigenwijs als ik eruit zie, zeker niet als ik me ziek voel en zeker helemaal niet als ik mijn behandelaars volkomen vertrouw, zoals in dit geval, dus ik had me - en ik sla me nu nog voor mijn kop - toch over laten halen tot het nemen van een laxerend pilletje bij het ontbijt. Wanneer gaat dat werken zuster? Na een paar uur mevrouw.
Vanaf het eind van de ochtend lag ik nuchter te wachten op de de elektrocardioversie en wat verder komen ging. En naarmate de uren verstreken begon ik meer te zweten en begon ik hem meer te knijpen en dat lag aan meerdere oorzaken.
Zo'n elektrocardioversie is ook niet niks. Dat had ik vaak genoeg op ER en andere eerste hulp trauma programma's gezien. En de zuster had het mij ook duidelijk uitgelegd: U gaat onder volledige narcose en dan geven ze een schok met die strijkijzers en als het de eerste keer niet werkt draaien ze de spanning nog wat hoger en dat doen ze zo nodig drie keer. Eitje.
Ja, eitje, dat wist ik ook, en wat ik helemaal zeker wist is dat na de derde keer meestal met een meewarige blik het laken over het hoofd van de patient werd getrokken, die vervolgens het hospitaal in een zwarte auto aan de verkeerde kant verliet. Dus ik zweette winterwortelen en dee het ook zonder laxatief al drie keer in mijn broek. Maar ik had me wél over laten halen tot het eten van een laxeerpil...
Eindelijk eindelijk, na een hele dag met trillingsgetal 160 drijfnat zwetend in bed te hebben gelegen, mocht ik naar beneden voor de operatie. In de prae-operatieruimte begon men met me een droog bed te geven en kreeg ik na enig overleg met de anesthesist een pina colada cocktail, want ik hoefde als het aan haar lag echt niet nog eens misselijk te worden van een narcose. Ik moest denken aan iets heel prettigs als ik onder zeil ging, zoals een Caribisch Palmenstrand en een fraaie neger met een dienblad met pina colada's, want dat bevorderde vooral het prettig ontwaken. En bij deze woorden liep het mij weer dun door de broek, want iedereen op de afdeling had mij zo bezorgd ernstig "succes mevrouw" ten afscheid gewenst, dat ík van dat ontwaken allerminst zeker was, en moest ik geen pamper aan, zou tijdens de narcose mijn de hele dag zo zorgvuldig dichtgeknepen gat niet op een kiertje open gaan staan? Volgens mij begon de bruine beer nu echt al een beetje om de hoek te kijken. Ik maakte me zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz
Pfffff, inderdaad, zorgen om niks. Ik werd huilend wakker, huilend van opluchting, ómdat ik tegen mijn verwachting geen engeltjes zag, geen Petrus met een notitieblokje; ik was weer wakker geworden! Ik leefde nog, ik leef nog! Ik keek op de monitor...mijn hart klopte 55! Ik leef nog! Natuurlijk leeft u nog mevrouw Heijnen. U dacht toch niet dat wij u hier dood zouden laten gaan. Bent u nou gek, dat heeft u toch niet echt gedacht? Jawel hoor dokter, drie keer klappen en dan misschien door de achteruitgang het ziekenhuis uit, dat dacht ik. Geduldig legde de cardioloog uit dat de elektrocardioversie slechts een in de rij van zeer vele methoden om op hol geslagen harten in het gareel te krijgen was. Dus van louter opluchting stroomden de tranen nog harder over mijn wangen.
Voor het eerst die dag kon ik me ontspannen. Ik had natuurlijk ook inmiddels razende honger gekregen, dus verheugde me op mijn terugkomst op de afdeling. Daar was iedereen was heel erg blij dat ik met een gerust hart terug kwam, maar die blijdschap zou ze snel vergaan. Mijn collega-patienten zaten, toen ik op de zaal arriveerde, allemaal smakelijk hun avondmaaltijd te verorberen. Bij mij had, na een dag van nerveus wachten, aandrang en toch weer geen aandrang, terwijl het hemzelf van angst na vijf dagen ook al helemaal dun door de broek liep, na uren van binnen te hebben gezeten en daardoor ook met tot het uiterste opgekropte spanning, de bruine beer juist dit moment gekozen om met ongepast groot geweld en dito geluiden in één majestueus spetterende ontlading al echoend op de roestvrijstalen po-stoel midden in de ziekenzaal zich met de consistentie en kleur van bruinebonensoep in één lange grauwe natte scheet naar buiten te persen.
Kreunend en met het schaamrood op de kaken had ik niet harder terug in de alledagelijkse realiteit der levenden kunnen worden geworpen. Welkom terug op aarde, mevrouw Heijnen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten